In een recente uitspraak heeft de rechtbank te Amsterdam geoordeeld dat de taxichauffeurs die via Uber hun diensten aanbieden, werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. De cao Taxivervoer is ook van toepassing verklaard en de Uber-chauffeurs zijn geen zelfstandige ondernemers meer. Naar aanleiding van deze uitspraak volgt hier een introductie tot dit interessante en dynamische vraagstuk, dat grote arbeidsrechtelijke consequenties heeft.
Arbeidsovereenkomst
Op grond van de wet (artikel 7:610 lid 1 BW) is er sprake van een arbeidsovereenkomst als aan de volgende kenmerken is voldaan:
- Er moet sprake zijn van verrichten van (persoonlijke) arbeid
- Er is loon betaald
- Er is een gezagsverhouding
Als een rechter moet oordelen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, kijkt die altijd naar de omstandigheden van het specifieke geval. In de praktijk is er vaak weinig discussie over de vraag of er arbeid wordt verricht en loon wordt betaald. Vaker gaat het om de kwestie of er een gezagsverhouding aanwezig is. Als er een gezagsverhouding tussen beide partijen aanwezig is, wijst dit op een arbeidsovereenkomst. Bij de beoordeling van een gezagsverhouding wordt er gekeken of de werkgever (ruime) mogelijkheden heeft om zijn werknemer te controleren en/of aan te spreken. Het is niet van belang of de werkgever de aanwijzingen ook daadwerkelijk heeft gegeven.
Opvallend is dat het voor een rechter niet uitmaakt hoe de partijen de overeenkomst onderling hebben gekwalificeerd. Zelfs als beide partijen in het contract uitdrukkelijk spreken over een overeenkomst van opdracht, kan er toch sprake zijn van een arbeidscontract. Dit volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020.
Gevolgen
Voor u als werkgever/werknemer is het van groot belang of uw overeenkomst moet worden gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht. Als werknemer met een arbeidsovereenkomst heb je namelijk een groot aantal rechten, die je als zzp’er niet hebt. Zo heb je als werknemer bijvoorbeeld recht op ontslagbescherming, vakantiegeld en doorbetaling van loon bij ziekte. Een zzp’er heeft dit niet, en draagt zelf het risico op verlies van inkomen bij ziekte. Bovendien heb je als werknemer recht op een WW-uitkering als je wordt ontslagen (hiervoor moet de werkgever premie afgedragen), terwijl een zzp’er dit niet heeft. Voor werkgevers kan het dus financieel aantrekkelijk zijn om te werken met een overeenkomst van opdracht.
Trend
De uitspraak over Uber is niet verrassend en past in de huidige trend in Nederland: zo oordeelde het gerechtshof Amsterdam eerder dit jaar ook al dat de platformarbeiders van het maaltijdbezorgingsbedrijf Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst (ondanks dat de bezorgers en het bedrijf het contract hebben gesloten onder de naam van een opdrachtovereenkomst/zzp-contract).
De tijd zal uitwijzen hoe de toekomst van de platformarbeid in Nederland er uit zal gaan zien na de uitspraken over Uber en Deliveroo. Eerst zullen beide platformbedrijven in ieder geval proberen hun gelijk te krijgen bij een hogere gerechtelijke instantie (Gerechtshof/Hoge raad), voordat zij verdere actie ondernemen. In dit blog zult u op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op dat gebied.