Skip to main content

Een werknemer werkt als reparateur voor een fietsenproducent. Zijn werkgever vraagt de kantonrechter om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst vanwege ernstig verwijtbaar handelen. De man zou naar collega’s hebben geschreeuwd en gedreigd hebben om bedrijfsinformatie openbaar te maken. De man beroept zich op het benadelingsverbod voor klokkenluiders, en met succes.

De man is ruim 12 jaar in dienst bij de fietsenproducent. Sinds enkele jaren signaleert hij allerlei gevaarlijke fouten in diens producten, zoals framebreuken en ondeugdelijke stuurkogels, zadelpennen en displays. Hij kaart deze gebreken schriftelijk aan bij leidinggevenden. Die reageren niet en zetten hem neer als een moeilijke werknemer. Later stuurt de man ook een schriftelijke melding aan zijn leidinggevende, waarin hij vraagt om een update over alle door hem gemelde gebreken. Na lange tijd krijgt hij daarop het bericht dat de fietsenproducent zich geen zorgen maakt over de veiligheid van de producten. 

Ernstig verwijtbaar handelen

De werknemer benadert vervolgens het Huis voor Klokkenluiders voor advies. Volgens deze organisatie is sprake van een vermoeden van een misstand en zij informeert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA besluit een inspectie uit te voeren bij de fietsenproducent, wat veel later resulteert in een terugroepactie door de producent. De werkgever vraagt vervolgens om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de reparateur. Volgens de werkgever heeft hij ernstig verwijtbaar gehandeld. De man zou conflicten veroorzaken en dreigende taal gebruiken tegen collega’s. Zijn gedrag verbetert niet, ondanks waarschuwingen. Ook verwijt de werkgever de man dat hij heeft gedreigd bedrijfsinformatie, de geconstateerde gebreken, openbaar te maken. Van misstanden is volgens de fietsenproducent geen sprake. De interne meldingen van de werknemer zijn niets meer dan een drukmiddel in een arbeidsconflict geweest.

Klokkenluidersregeling

De kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland gaat hier niet in mee. De rechter verwijt de werkgever dat – in ieder geval – de laatste schriftelijke melding van de werknemer niet volgens de klokkenluidersregeling van het bedrijf is behandeld. Volgens die regeling had een afschrift van de melding aan de Raad van Bestuur moeten worden gestuurd en er had een onderzoek moeten plaatsvinden. Dit is niet gebeurd. Het kan de werknemer niet worden verweten dat hij in zijn melding niet verwees naar de klokkenluidersregeling; deze melding is vormvrij. De werkgever had de melding moeten herkennen als klokkenluidersmelding.

Benadelingsverbod

Volgens de kantonrechter kunnen de waarschuwingen van de werkgever en het ontbindingsverzoek niet los worden gezien van de meldingen door de werknemer. Volgens de wet is het bij benadeling van een melder, zoals ontslag en waarschuwingen, aan de werkgever om te bewijzen dat die benadeling niet door de melding komt. Daar is deze werkgever niet in geslaagd. De werknemer heeft totdat hij, zoals later is gebleken op goede gronden, meldingen deed altijd goed gefunctioneerd. Volgens de kantonrechter heeft zijn werkgever niet willen luisteren, waardoor de man harder werd in zijn uitlatingen en zijn werkgever zich meer aan hem ging storen. De verwijten aan de man en het ontbindingsverzoek zijn volgens de kantonrechter daardoor niet terecht. De fietsenproducent had gehoor moeten geven aan zijn meldingen, maar heeft in plaats daarvan de werknemer benadeeld. De man komt volgens de wet bescherming tegen benadeling toe. Zijn arbeidsovereenkomst wordt niet ontbonden.

ECLI:NL:RBMNE:2024:1257

Bron:Rechtbank Midden-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBMNE:2024:1257 | 04-03-2024